Hoe vaak moet je poepen? De wetenschap heeft een antwoord
Poepen is misschien niet het eerste waar je aan denkt als je nadenkt over wat je doet om gezond te blijven. Maar een nieuw onderzoek suggereert dat de frequentie van je stoelgang een rol kan spelen in je darmgezondheid en je risico op bepaalde chronische ziekten.
Onderzoekers zochten naar de ‘Goudlokjeszone’ van poepen
Om de impact van de frequentie van poepen op de gezondheid van de darmen te begrijpen, hebben onderzoekers gegevens van meer dan 1.400 gezonde volwassenen onderzocht, verdeeld in vier groepen: mensen met constipatie die slechts één of twee keer per week poepen; personen die werden geclassificeerd als ‘laag-normaal’ met drie tot zes stoelgangen per week; mensen die werden beschreven als ‘hoog-normaal’ met één tot drie stoelgangen per dag; en degenen die diarree hadden en vier of meer keer per dag naar het toilet gingen.
Bepaalde nuttige soorten vezelfermenterende darmbacteriën, die vaak in verband worden gebracht met gezondheid, bleken te gedijen bij mensen met een stoelgangsfrequentie die door onderzoekers werd omschreven als een ‘Goudlokjeszone’: één of twee keer per dag.
Mensen in de constipatiegroep hadden verhoogde niveaus van eiwitfermenterende bacteriën, terwijl mensen in de diarreegroep hogere niveaus bacteriën in hun bovenste maag-darmkanaal hadden.
De onderzoekers testten ook het bloed van de proefpersonen op bepaalde toxines die door darmmicroben worden geproduceerd, die in verband kunnen worden gebracht met orgaanschade. Ze ontdekten dat personen met constipatie meer bewijs hadden van markers in hun bloed die verband hielden met nierschade, en dat personen met diarree meer bewijs hadden van markers voor leverschade.
“Bij een over het algemeen gezonde populatie laten we zien dat constipatie in het bijzonder verband houdt met bloedspiegels van microbiële toxines waarvan bekend is dat ze orgaanschade veroorzaken, vóórdat er een ziekte wordt vastgesteld”, aldus de hoofdauteur van de studie, Sean Gibbons, PhD, universitair hoofddocent aan het Institute for Systems Biology in Seattle.
Wat de studie wel en niet onthult
“Afwijkende stoelgangfrequentie kan een belangrijke risicofactor zijn bij de ontwikkeling van chronische ziekten”, zegt Dr. Gibbons. “Deze inzichten kunnen strategieën voor het beheersen van de stoelgangfrequentie, zelfs bij gezonde populaties, informeren om de gezondheid en het welzijn te optimaliseren.”
De studie heeft enkele beperkingen. Om te beginnen was het geen gecontroleerd experiment dat was ontworpen om te bewijzen of en hoe de frequentie van stoelgang direct van invloed kan zijn op het darmmicrobioom of de ontwikkeling van specifieke gezondheidsproblemen of chronische ziekten.
Volgens W. Florian Fricke, hoogleraar aan de afdeling microbioomonderzoek en toegepaste bio-informatica aan de Universiteit van Hohenheim in Stuttgart, Duitsland, die niet betrokken was bij de nieuwe studie, zijn er grondige experimenten nodig met grotere groepen mensen en een mix van gezonde en chronisch zieke personen om te bepalen of er een direct verband bestaat tussen de frequentie van de stoelgang, de gezondheid van de darmen en specifieke medische problemen.
“Dat gezegd hebbende, identificeerde de studie factoren die verband houden met een hogere stoelgangfrequentie die gebruikt kunnen worden om aanbevelingen te doen als een verhoogde stoelgangfrequentie het doel zou zijn”, aldus Fricke.
Hoe kun je een gezonder poepschema krijgen?
“Het darmmicrobioom eet wat wij eten”, zegt Dr. Gibbons. “In ons onderzoek zagen we dat een hogere inname van fruit en groente geassocieerd werd met een optimalere stoelgangfrequentie.
“Naast ons onderzoek heeft eerder werk aangetoond dat een goede hydratatie, een dieet rijk aan volwaardige voeding – vooral planten – vezelsupplementen, probiotica en lichaamsbeweging ook kunnen helpen om een goede stoelgangfrequentie te behouden”, zegt hij.
Fricke herhaalt het advies om meer fruit en groente te eten, en raadt ook aan om minder te snacken. “Dit zijn gezonde dieet- en levensstijlfactoren die voor iedereen aanbevolen zouden worden, niet alleen voor mensen met een lage stoelgangfrequentie,” zegt hij.